De Duurzaamheidswinkel in winkelcentrum Keizerswaard schreef vorig jaar een prijsvraag uit: voor de winkel stond een drie meter hoge buis vol met isolatiechips. Wie het aantal chips raadde, kreeg een elektrisch kookstel cadeau. Mevrouw Verschoof noemde het precieze aantal en viel in de prijzen.

“Door de prijsvraag van de Duurzaamheidswinkel ben ik begonnen met elektrisch koken”, vertelt mevrouw Verschoof. “Ik kreeg een elektrische kookplaat, bijbehorende speciale pannen en een kastje voor onder de plaat. Allemaal gratis. Ik was best heel blij met die prijs!”

Even aanpassen

Elektrisch koken, dat vraagt om wat aanpassing. “Eerder gebruikte ik altijd een gasfornuis. Het elektrisch koken is dus best wel wennen, zeker op mijn leeftijd. Ik weet ook niet altijd zeker of ik het kookstel op de goede manier gebruik. Mensen zeggen dat elektrisch koken vlugger gaat, maar dat heb ik bijvoorbeeld nog niet gemerkt. Wel dat je het gemakkelijker schoonmaakt trouwens. Er komen weleens vetspetters op het glas en die veeg je dan zo weg, met keukenpapier met een speciaal spulletje erop.”

Elektrisch koken is veiliger dan koken op gas. Je hebt geen open vuur in de keuken en de pannen staan stevig op een brede, vlakke ondergrond. Veel ouderenwoningen hebben daarom tegenwoordig zo’n kookplaat. En voor een inductiekookplaat zijn niet altijd speciale pannen nodig: als een magneet aan een pan blijft plakken, is die geschikt voor koken op inductie. Met behulp van een inductieadapter kun je ook je andere pannen blijven gebruiken.