Een garagebedrijf voor locomotieven. Zo zou je Locomotive Workshop Rotterdam best kunnen noemen. Sinds 2019 is dit jonge bedrijf gevestigd op zowat het uiterste puntje van de Maasvlakte, aan het begin van het goederenspoor richting Duitsland. Sinds najaar ’22 worden de monteurs een handje geholpen door 188 zonnepanelen. Een logische keus voor een bedrijf waar alles draait om elektriciteit.
‘We onderhouden bij Locomotive Workshop Rotterdam alleen elektrische locomotieven. Je zou het een soort garagebedrijf kunnen noemen’, lacht algemeen directeur Olaf Kuijper. ‘Het gaat vooral om locomotieven van goederentreinen. De treinen rijden hier vandaan naar Duitsland en van daaruit naar alle windstreken: Noord-Duitsland, Polen, maar ook naar het zuiden, naar Italië. We hebben inmiddels een internationale klantenring die bestaat uit Duitse, Oostenrijkse, Zwitserse en Italiaanse klanten.
LWR heeft twee aandeelhouders, Siemens Mobility, onder meer producent van elektrische locomotieven en MRCE dat zich richt op financiering en full service leasing van locomotieven aan transportondernemingen.’
Kwartiermaker
Het plan om LWR op te richten ontstond in 2015. Siemens Mobility en MRCE maakten de eerste plannen en daarna ging het snel: van plan via ontwerp naar het oprichten van het bedrijf. Olaf vertelt: ‘Ik was in 2018 de eerste en toen nog enige medewerker. Het was mijn taak om het bedrijf op de Maasvlakte te vestigen. Er was nog niks. Geen pand, geen werkplaats, geen mensen, geen vergunningen. Inmiddels is LWR 20 man groot en nog steeds groeiende. Het is in feite nog steeds een soort startup. Het is erg leuk om te bouwen aan zo’n nieuw bedrijf.’
Duurzaam transport
Als bedrijf heeft LWR zeker wind mee. ‘Vervoer over de rails is op dit moment geen verkeerde keuze’, stelt Olaf. ‘De prijzen van diesel, waar het wegvervoer grotendeels van afhankelijk is, zijn onvoorspelbaar. Bovendien heeft de Commissie-Von der Leyen in de Europese Green Deal voorgesteld om een aanzienlijk deel van het wegvervoer te vervangen door vervoer over spoor of water, omdat dat milieuvriendelijker is. En als ik hier op de Maasvlakte al die vrachtwagens zie rijden, dan denk ik: een trein is soms wel 700 meter lang en kan vele malen meer vervoeren dan het wegvervoer of vervoer over water. Met de trein kun je met minder uitstoot meer transporteren. Dat maakt het verschil.’
Zonnepanelen
‘We gebruiken als bedrijf veel energie’, zegt Olaf. ‘Onderhoud van locomotieven is een energie-intensief proces. En daarbij zijn we afhankelijk van elektriciteit. Voor de tools die we gebruiken, maar ook voor de locomotieven zelf. Als we een locomotief even laten testdraaien, kost dat al snel 30 euro aan energie. Daarom is zonne-energie voor ons zo interessant. Voor de aanschaf van zonnepanelen hebben we goed gekeken naar ons energieverbruik en wat we voor energie betaalden. Aanschaf was gewoonweg een goed idee. We hebben de panelen laten plaatsen net voor de piek in de energiekosten kwam. Met de huidige energieprijzen schatten we de terugverdientijd nu op 3 à 4 jaar, in plaats van de voorspelde 7 jaar. En we groeien nog, dus ons verbruik stijgt. Het maakt onze businesscase veel aantrekkelijker. Je bent als ondernemer dan gek als je het niet doet!’
Op zoek naar de juiste leverancier
In zijn voorbereidingen voor de aanschaf zocht Olaf contact met de gemeente. ‘Esther Zumpolle (red: zonadviseur bij de gemeente) bracht ons op het spoor van partijen die ons konden helpen onze hele ideeënbus te verwezenlijken. En dan kun je natuurlijk zelf gaan googelen maar dan kom je wellicht uit bij een bedrijf dat in Oost-Groningen huist. Niks mis mee, maar wij willen snel kunnen schakelen, met een bedrijf dat de bijzondere omstandigheden op de Maasvlakte kent. Want die zijn hier soms bar en boos: als het in Rotterdam hard waait, stormt het hier. Je kan niet hebben dat bij de eerste de beste storm de zonnepanelen van je dak waaien. Een bedrijf dat weet wat hier kan en wat niet, kan ons ook weer op nieuwe ideeën brengen. Bovendien is het fijn om bij de buren na te kunnen vragen wat hun ervaringen met een bepaald bedrijf zijn.’
‘Olaf vertelde me over zijn plannen met de zonnepanelen’, vult zon-adviseur Esther Zumpolle aan. ‘Hij vroeg of ik hem kon helpen om een betrouwbare kwaliteitsinstallateur te vinden. Hij gaf aan wat hij belangrijk vond en zo kon ik hem enkele partijen aanbevelen waaruit hij uiteindelijk een keus heeft gemaakt. Ik vond het erg leuk om op deze manier samen te werken met iemand die zo bewust over de energiehuishouding van zijn bedrijf nadenkt en ook echt zijn plannen uitvoert!’
Zon én wind
‘Nu ligt ons dak voor een derde vol. Dat zijn 188 panelen, die jaarlijks samen zo’n 60.000 kWh zonnestroom opwekken. Ze liggen er sinds september 2022 en we merken dat we bijna alle energie zelf gebruiken’, vervolgt Olaf. ‘Vaak gaat het bij de locomotieven om eendagsonderhoud: de treinen komen in de nacht binnen en rijden de nacht daarop weer terug. Ons werkproces is overdag, dus we benutten ten volle de zonuren. We leveren dus amper terug aan het net. Daarom denken we ook aan uitbreiding. We overwegen het hele dak vol te leggen. Dan zijn we dicht bij energieneutraal en hebben we de energiemaatschappij alleen nog nodig bij piekbelasting, zoals bij het testen van de locomotieven. Om die op te vangen denken we ook na over het aanschaffen van een batterij.
Daarnaast spelen we met de gedachte om iets met wind te gaan doen. We zitten op de Maasvlakte, praktisch op zee. Het waait hier altijd en daar kunnen we van profiteren. Met zulke investeringen kunnen we op het gebied van elektra geheel energieneutraal worden.’
Creatief
Bij LWR blijven ze nadenken over verdere verduurzaming. ‘Een andere kwestie is de verwarming van het pand’, vertelt Olaf. ’Dat gebeurt nu met gas. In de hallen is het zo’n 13 graden en elke trein die binnenrijdt, brengt een berg kou mee. Daar kun je niet tegenop stoken.’
Voorlopig heeft Olaf dit probleem creatief opgelost. ‘Elke medewerker draagt een trui met verwarmingselementen. Powerpacks leveren daarvoor de benodigde energie. We verwarmen toch het liefst de mensen in plaats van de hallen. En besparen hiermee de helft op ons gasverbruik.’